Noot in tijdschrift Bouwrecht bij uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 maart 2016:530 (Zundert).
In de uitspraak van 2 maart 2016 geeft de Afdeling duidelijke criteria voor de beoordeling van het normaal maatschappelijk risico bij verzoeken om vergoeding van (indirecte) planschade. In gevallen waarin planschade wordt geleden als gevolg van een normale maatschappelijke ontwikkeling die in de lijn der verwachting lag oordeelt de Afdeling nu dat een schade tot 5 procent van de waarde van de onroerende zaak niet onevenredig is en tot het normaal maatschappelijk risico behoort, en dus niet voor vergoeding in aanmerking komt. De uitspraak is daarmee een nieuwe stap in de jurisprudentie van de Afdeling om steeds meer, en steeds concreter zelf invulling te geven aan het begrip ‘normaal maatschappelijk risico’ bij planschade.
De Afdeling legt de drempel hoog, in het merendeel van de planschadegevallen bedraagt de waardevermindering niet meer dan 5 procent tot 7 procent van de waarde. Het aantal toe te kennen planschadevergoedingen zal naar verwachting (nog verder) afnemen.